Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [13]Hij zal hen [14]allen [15]beschaamd maken door een volk, dat hun geen nut kan doen, noch tot hulp, noch tot voordeel, maar tot schande en ook tot smaadheid zijn zal. 13. Te weten God, of de koning van Egypte. 14. Te weten allen die van Jeruzalem, zo de gezanten als de onderzaten. 15. Dat is, verachtzaam. Anders: Hij zal hen allen stinkende maken; te weten de Egyptenaars; zie Jer.37:7.